- vervolg -
De geur van koffie kwam hem tegemoet toen hij de keukendeur opendeed. Er was verder niemand, het koffiezet apparaat stond helemaal alleen na te pruttelen en een pak hotelcake lag klaar om aangesneden te worden op de tafel die nog steeds de krassen had die hij en Yvette, zijn zus, erin hadden gemaakt met een aardappelschilmesje. 'gys' stond er nog steeds, en 'yvette', in spijkerschrift. Zijn moeder had het net zo netjes opgeruimd als altijd wanneer er bezoek kwam. Normaal was het een prettig rommeltje, met van alles op tafel waar ze mee bezig was - verstelwerk, een schrijfblok met boodschappen die gedaan zouden moesten worden, mokken thee - maar zodra er bezoek zou komen was het vlekkeloos schoon en onberispelijk netjes. Zoals nu, want het bezoek na de begrafenis van tante Leida zou hier komen. Hij hoorde zijn neefjes al in de woonkamer, en voetstappen die de keukendeur naderden. Hij zetten snel zijn tas neer onder het raam naast de tafel en pakte vlug een glas uit een van de keukenkasten om die te vullen met water.
"Gijs!" hoorde hij de stem van zijn moeder uitroepen. "Oh, wat fijn dat je er bent... Kom gauw naar de kamer, je zus is er al en ik kwam de koffie halen. Wil je ook wat?"
Gijs schudde zijn hoofd, omhelsde haar en liep mee naar de andere kamer, waar een druk gesprek over auto's aan de gang was, tussen zijn vader en zijn zwager. Geen van beiden stond op, knikten alleen afgeleid zijn richting op. Zijn neefjes waren druk bezig met Lego en de poes keek even omhoog. Alleen Yvette liep naar hem toe voor een hartelijke begroeting. Vreemd dat begrafenissen wat dat betrof niet anders waren dan normale familiebijeekomsten...
"Kon Jasper niet mee?"
"Nee, druk met de voorstellingen. Is dat eh... de jongste al weer? Wat wordt hij groot..."
Gijs hurkte zich zij de jongens en groef met zijn hand door de berg legoblokjes. Shit, hoe heette hij nou ook in godsnaam weer? Pim? Peter? Paul, het begon met een p, dat wist hij zeker... Hoe kon hij nou de naam van zijn jongst neefje vergeten? Hij had echt veel te weinig tijd met ze doorgebracht. Maar waar zou hij de tijd vandaan hebben moeten halen? Het orkest vrat instudeer-tijd, met Jasper deed hij ook van alles, en zijn vriendenkring vergde af en toe wat investering, en hij wilde gewoon heel erg vaak totaal niets. En zijn familie schoot er dan als eerste bij in. Yvette al helemaal. Kon hij het helpen dat zij een eigen fotografie-studio had, dat ze bijna nooit thuis was? Nou ja, de aandacht was van zijn privé probleem af gehaald...
"Pascal, heet 'ie, Gijs. En ja, hij is al drie... Gaat bijna naar school... Als je nou af en toe langskwam... Je hebt ons nieuwe huis niet eens gezien! Je moet echt eens langskomen, hoor, ik mis je soms zo. Heb je de nieuwe Volvo al gezien? Hij staat hier voor het huis, hij is echt zo gaaf..."
Gijs knikte af en toe, schudde zijn hoofd en onderging het allemaal zoals hij dat gewoonlijk deed. God hij wilde dat Jasper er nu was, dan had hij iemand die hem niet toesprak alsof hij een van hen was.
De telefoon in zijn broekzak maakte weer een geluidje. Gijs pakte hem en opende het apparaat. Weer niet van Jasper. Nee, weer van dat onbekende nummer. Even dacht hij eraan om het te negeren, maar toch las hij het, als afleiding van het gesprek over - ja, waarover eigenlijk. Hij was de draad al meteen weer kwijt. Oh, scholen, hoorde hij uit een hoek. Spannend.
"welk nummer woont je moeder?" Wat?! Dit texte hij terug.
"welk nummer? voor die verrassing..." Gijs voelde zich ongemakkelijk, en had een dringende behoefte om even naar buiten te lopen. Had hij een stalker of iets? Wat moest hij hier mee? Was Jasper gekidnapt? Of haalde iemand een ontzettend suffe streek uit met hem en lagen ze nu in een deuk om zijn gezenuw erover? Weer bliepte zijn telefoon.
"ik sta aan het begin van de straat, maar ik weet niet welk huisnummer..." Gijs keek de lange straat uit en zag niemand, alleen een oude man met een vuil hondje en die had geen telefoon in zijn hand. Een auto reed langzaam voorbij en claxoneerde plots naast hem, wat maakte dat Gijs opzij keek. Een rode kleine, net als die Jasper had... Een raampje werd omlaag gedraaid en het grijnzende hoofd van zijn vriend werd zichtbaar.
"Hoi," zei die.
"Jij!?" Gijs voelde een combinatie van blijdschap, verbazing en woede in zich omhoog komen. Als dat kon.
"Yep... Dacht dat je wel een bondgenoot kon gebruiken vandaag, met die rare familie van je... Oh, en sorry van de telefoontjes... Ik was die van mij verloren en had een andere gekocht. En omdat jij het nummer nog niet kent, leek het me wel grappig om een geintje met je uit te halen... Niet leuk? Echt niet? He, Gijs, relax, man..."
Gijs lachte, voor het eerst in lange tijd. Blij, inderdaad met een bondgenoot, maar vooral blij dat de ijstijd voorbij was. Dat de luchtigheid terug was in zijn hoofd. Als hij iets had geleerd van hun tijdelijke breuk, was het dat wat hij had met Jasper misschien niet altijd makkelijk was, maar dat het wel datgene was wat hij nodig had nu. En de logeerkamer was wel heel leeg een saai zonder hem, eigenlijk...
Waar een begrafenis soms niet goed voor kon zijn...
- fin -
No comments:
Post a Comment