Saturday 21 January 2012

trappetjes

weet wel dat ze erbij horen, maar ik wordt er heel erg moe van...
al die dipjes waar ik doorheen moet om het licht weer te zien...

sinds een paar weken doe ik mee met een mini-cursus antroposofisch mediteren (wat volgens onze 'onderwijzer' niet lijkt op zen-mediteren, maar waar ik steeds maar vergelijkingen mee vindt...) en die las een prachtig gedicht voor wat Rudolf Steiner honderd jaar geleden had geschreven en waaruit hij een zin haalde die wij een paar minuten op ons moesten laten inwerken.
het gedicht:

in de zielengronden van de mens
leeft de geest-zon, zeker van zijn overwinning
de juiste krachten van het gemoed
zijn in staat haar te voorvoelen


in het winterse innerlijk leven
en het hoopvol streven van het hart
aanschouwt de overwinning van de geest-zon
in het gezegende kerstlicht
als het zinnebeeld van het hoogste leven
in de diepe winternacht



de zinnen waarop wij mochten mediteren waren de eerste twee, en die maakten nogal wat los bij mijn cursusgenoten (vooral vrouwen die een heel leven achter zich hadden). De meneer van de cursus had al uitgelegd dat die zielegrond de plek was waar je, na verlies, of gewoon, in de ritmes van het leven, terecht kon komen, als in een diepe put waar je zo gauw niet zag hoe je eruit moest. Een depressie, bijvoorbeeld. De geest-zon was dan die sterke innerlijke kracht, je hart, dat sprankje hoop, dat dingetje waardoor je er weer zin in kreeg, en die was er altijd.
En ik begreep het. Ik voelde dat ik - keer op keer - uit die zielgronden naar boven klom, er weer bovenop kwam, dat mijn geestzon het trapje weer klaar had gezet zodat ik naar boven kon, en ik weer verder kon.

Alleen, waarom moet ik dan steeds weer zo diep die put in? Wat heeft die put, die diepte, toch voor zin? Ooit stond in de Happinez een stukje over het gegeven dat wij die put helemaal niet meer in mogen van de Moderne Wetenschap... Er zijn pilletjes voor, dus is het niet meer nodig om in de put te zijn, om diep naar binnen te gaan en even helemaal dicht bij jezelf te komen, om de stilte in jezelf te vinden... en er vanzelf weer, als het voor jou goed is, uit te komen... Wij hebben het vertrouwen in de stilte, in het naar binnen gaan, het mooie wat dat op kan leveren, verloren. Wat heel jammer is, want het levert zoveel moois op, en het licht naderhand is prachtig... {Natuurlijk, voor sommigen onder ons is het doodeng, voelen zij een angst en een verdriet wat zoveel sterker voelt dan zij denken aan te kunnen, en ik ben de laatste die meent dat het allemaal makkelijk op te lossen is met vertrouwen en liefdevol denken, maar onder deze beschrijving, deze diepe triestheid valt niet de meerderheid van ons...}. En misschien - om met sommige lui te spreken - is het in bepaalde gevallen helemaal niet de bedoeling dat we er een tijdje uitkomen... willen we even niet meer meedoen met de samenleving waarin we ons niet thuisvoelen... Willen we even ontsnappen uit het verhaal...

Dus, mag ik leren accepteren dat dat dipje steeds erbij hoort, dat dat een deel is van mijn zijn, dat ik kennelijk iets heb om een antwoord op te vinden, ergens diep van binnen...
het trapje komt wel weer...

(hier is iets meer te lezen over hoe er in de antroposofie wordt omgegaan met dippen van allerlei formaten)

- foto van hier -

3 comments:

klaproos said...

dag daan,
elk trappetje wat je moet nemen maakt je een sterker mens denk ik:-)

laat maar over je heen komen:-)

Kati said...

Och Daantje toch, komt wel weer goed schatje. *schenkt glaasje Roosvicee in* Ook hier moet je doorheen om er nog sterker uit te komen! Everything happens for a reason! Dikke knuf! xxx

Daan said...

Hoi Klaproos!
ja, klopt en het is zo heel mooi, maar de angst voor 'erger' zit er nog wel een beetje in (zit in familie...)

@ Kati: het *is* al goed, moet het diepe vertrouwen nog leren voelen...
en ik lust geen roosvicee...
:-)