Thursday, 16 August 2012

gewoon normaal

'Wat had je dan liever, een leven vol 'oh well's of eentje vol 'what if's?'

Ik sta in de keuken van mijn flat en snij een paprika aan stukken. Het is voor de salade die ik voor mijn ouders maak, want die hadden zo'n beetje geëist dat ze hun zoon weer zouden  zien, vooral na zijn toch wel speciale vakantie. Ik had ingestemd voordat ik mijn tegenzin in de gaten had. De paprika onder mijn mes ligt zwaar gehavend op het snijplank. Ik dwing mezelf tot vrolijkheid - zo erg zou het toch niet zijn? Een paar uur, en dan zouden we weer naar hun huis in de polder rijden, naar hun leven vol voorspelbaarheid en leugens... Vol...
God wat is er met me? Ik heb helemaal geen hekel aan mijn ouders, tenminste, niet meer dan een normaal mens heeft, ik hou van ze, op mijn eigen manier... Het is mijn zus die gek van ze wordt, niet ik... Soms wilde ik dat ik nooit... Nou ja, nog een week of zo en dan zou zijn leven weer gewoon zijn zoals altijd. Dan ben ik gewoon in mijn normale routine en was dat hele stuk daar, met hem, net alsof het nooit was gebeurd. Dan ben ik weer gewoon Teun van de afdeling psychiatrie en kijk ik nog af en toe naar de foto's en denk ik terug aan drie weken vakantie. Net als andere normale mensen...

'Het kan niet, lief, het kan niets worden, want onze levens passen niet bij elkaar...'

Ik had de advertentie gelezen in een van de vakbladen die in de koffiekamer op het tafeltje lag, ergens in Maart: ze hadden medisch onderlegde mensen nodig in London, voor de paar weken dat daar de Spelen waren. Sommigen werden betaald, maar het merendeel van de mensen zou op vrijwillige basis mee doen. Reacties graag via onderstaande email. Ik maakte er notitie van, ergens op een papiertje. Het idee dat ik een paar weken naar daar zou kunnen, was er al langer - tijdens mijn studie had ik er onderzoek gedaan en was op slag verliefd geworden op de stad en ik wilde graag terug - maar ik schoof hets ook steeds voor me uit, en het leven stak er een stokje voor. Tot ik een week of wat later het briefje weer tegenkwam en een mail stuurde, zonder veel verwachting - er zouden vast duizenden mensen hetzelfde doen, hopende zo dicht bij de actie te kunnen zijn, gratis (ik bedacht me hoeveel andere Hollanders er zouden zijn...). En de mail die ik terugkreeg - graag! - deed me schrikken: ik had er niet meer aan gedacht, had niet eens vakantie gepland in de zomer... Maar kennelijk moest ik er heen, want niemand deed lastig over die drie weken die ik vrij wilde, en zo zat ik dus in het paramedische team van het zwembad (wat om erg onduidelijke redenen het Aquatics Centre werd genoemd ) en mocht ik pleisters plakken op knieën van stoere zwemmers (m/v), voeten verbinden van goddelijke duikers, water brengen naar strenge juries, wind wapperen bij oververhitte fans en kijken naar de indrukwekkende voorstellingen vlak voor mijn neus. Wereldrecords die werden verbroken, dromen die uit elkaar spatten, jaren lange trainingen die voor niets bleken, totale blijdschap omdat er meer bleek te kunnen dan werd gedacht... Soms kneep ik in mijn arm om er zeker van te zijn dat ik hier bij mocht zijn, er naar mocht kijken, er deel van was. En toen stond hij voor mijn neus...

'Hoe weet je dan nou, als je het niet eens wil proberen...'

Mijn leven was oke, tot dan. Ik heb een leuke baan, fijne collega's die oprecht zijn geïnteresseerd, en er was af en toe een liefde in mijn leven. Niet zo vaak,  maar dat hoeft ook niet - ik ben graag op mezelf, een introvertje, zoals dat heet. Het leren kennen van een ander en alles wat daarbij komt vergt veel van me. Daarom verbaasde het me ook zo dat ik naar London wilde, en dat ik me liet meesleuren in de wervelwind die het leven was, daar, in het middelpunt van de wereld, waar zoveel gebeurde en de energie als een onuitputtelijke bron altijd beschikbaar was. Het bracht me soms in verwarring, maar het voelde zo prettig dat de verwarring het niet redde van het enthousiasme. Ik woonde bij mevrouw Anderson, in een kamer waar ze geen astronomisch bedrag voor vroeg (zoals bij sommige collega's wel het geval was), in een oude wijk die je vaak in tv series ziet: net niet idyllisch, maar wel mooi, en mijn kamer keek uit over een park. Ook zo een van de tv. Mevrouw Anderson maakte 's morgen thee en toast, en 's avonds ook en wilde dan verhalen horen, maar vaak was ik te moe, van de indrukken, van de lieve glimlachen, van de sfeer, van de jubel die in mijn hart zat. Vooral nadat hij voor mijn neus had gestaan, op de ene dag. Chris (22, voormalig duik-belofte uit het gastland, woonde een paar uur met de trein van London vandaan) had een knie verzwikt, lichtjes, tijdens het trainen op zijn sprongen, en wilde dat ik er naar keek. En dat deed ik graag want hij had mooie knieën. Net als de rest van zijn lijf trouwens, wat tot perfectie getraind was, al jaren lang, en hij was bruin van de zon en zijn haar was bijna zwart, en het golfde een beetje, en zijn ogen waren blauw... Die had ik het eerst gezien, trouwens, zijn ogen, hoe die glinsterden. Van de pijn, toen, maar even later, nadat ik hem had geholpen en we afscheid namen, van opluchting... Een paar avonden later had hij er een vrij kunnen krijgen - zijn trainer was streng en zijn team overbezorgd - en liepen we langs de Thames. Ongemakkelijk eerst, zoals dat hoort, en we praatten over ons leven. Chris legde uit dat hij alleen maar met zwemmen bezig was, zo leek het althans, en ik gaf hem een soort van samenvatting van wat ik deed in Holland, en de rivier kabbelde tegen de kant, en de lichtjes van de stad maakten het sprookjesachtig en de manier waarop hij mijn naam uitsprak ('toin? tuun? turn?') maakte dat ik die voor het eerst niet lullig vond, maar zo wonderschoon, en dus moest ik hem wel kussen...

'je begrijpt het niet, het is te lastig... ik kan me nu al niet bij het trainen houden omdat ik steeds aan jou moet denken...'

'Je bent weer lekker ver weg...' hoorde ik ergens in een verte de stem van mijn moeder. 'Weet je zeker dat die vakantie je goed heeft gedaan?'
'Hij heeft sterallures gekregen,' bromde mijn vader. Hij nam een slok van zijn koffie. 'een keer in bed gelegen met zo'n Engelse duiknicht en het is hier allemaal niet meer goed genoeg voor 'm... Als ie nou eens gewoon normaal deed...'
Hij moest eens weten hoe dicht hij bij de waarheid zat. Ik lachte wrang. Een keer? Mwa...
'Ach, Harry, laat 'm toch... hoe gaat het op je werk, Teun, lieverd? Gaan ze nog door met die reorganisatie?'
Mijn moeder redde de zaak weer vakkundig, zoals ze expert in is geworden. Waarom hij mee was gekomen was me een raadsel - er was niemand van de familie of de buitenwereld waar hij schone schijn voor moest ophouden. Nou ja, ze waren bijna klaar, de koffie was al bijna op en ik kon me vol overgave op mezelf zielig vinden gaan storten, zonder dat er iemand commentaar op zou hebben... Ik had niet veel anders gedaan sinds ik terug was gekomen, nu een paar weken geleden. Met Chris op mijn netvlies en de herinnering van hoe hij voelde. Hoe alles voelde... Hoe Engeland voelde, rook, klonk... De Underground, de Thames, de Olympic Village, het Aquatics Centre, mijn bed, met Chris erin... De perfectie van dat alles... Van het leven zoals ik ooit had gehoopt dat het zou kunnen zijn... Het gemak ervan...

'ik mis je...'

De vertrekhal van de Eurostar is nog redelijk leeg, dus neem ik plaats in een van de stoelen en zet mijn rugzak op de grond. Er klinkt geroezemoes van de vele mensen die rondlopen, die kijken op de tv schermen wat de vertrektijden zijn, kinderen rennen rond en geliefden leunen tegen elkaar. De koffiemachine in de verte lonkt naar me, maar ik heb geen zin om mijn stoel op te geven, en de gedachte dat ik halverwege de reis naar het toilet zou moeten maakt het een nog minder aantrekkelijke optie. Ik kijk naar de andere kant, en zie een vader die zijn zoontje van twee achtervolgt door de gangpaden. Ze hebben lol, en giechelen luid. Een steek van jaloezie maakt zich kenbaar. Ik wou dat ik het jongetje was... Ik sluit mijn ogen, en net als ik wil gaan fantaseren over wat me te wachten staat, om de tijd wat sneller te laten gaan, hoor ik het pingeltje van mijn mobiel. Mijn hart slaat wat harder. 'tot straks in St. Pancras... x' lees ik en lach. 
Drie maanden heb ik het geprobeerd, drie maanden vol doen alsof het leven weer oke is zoals het altijd was. Drie maanden gevochten tegen de waarheid. Drie maanden vol overtuigingen die geen steek hielden. Die van mij niet, en die van hem steeds minder... Mijn oude leven was oke, ooit, maar nu niet meer... Niet nu ik iets ander had geproefd... En dit leven, een wereld met Chris, al zou het een gedoe worden met zijn gereis en getrain de hele tijd, en misschien werd het wel een ramp, pasten we inderdaad niet bij elkaar, zou het Gewone Leven, al was het daar, met hem, het grootste fiasco blijken wat ik had begaan, zelfs dat was beter dan een minuut langer zonder... 

'oh fuck it... ik mis jou ook...'